Dit jaar hebben zich al zeker 97 slachtoffers gemeld van digitaal ­huiselijk geweld. Dat deden ze bij safetyNed, in 2017 opgericht om de kennis te verzamelen over de rol van technologie bij mishandeling in de relationele sfeer. De organisatie denkt dat het aantal een fractie van het werkelijke aantal slachtoffers is.

Bij digitaal huiselijk geweld worden aan internet verbonden apparaten in huis gebruikt om de (ex-)partner te bespieden of te dwarsbomen. Denk aan het hacken van een ­beveiligingscamera, aan de ‘slimme’ thermostaat die ’s nachts extreem hoog wordt gezet, of aan spyware op een telefoon.

Volgens Paula van den Boom van safetyNed is het fenomeen lang onderschat, met als resultaat dat hulporganisaties voor slachtoffers van huiselijk geweld en de politie een kennisachterstand hebben. SafetyNed richt zich daarom ook op het trainen van die organisaties: aan het einde van dit jaar hebben zo’n 900 mensen een workshop gevolgd.

Dat Van den Boom ervan uitgaat dat 97 meldingen slechts het topje van de ijsberg vormen, komt doordat  sommige slachtoffers – net als bij fysiek of psychisch huiselijk geweld – zichzelf niet als zodanig zullen herkennen, stelt ze. Bovendien komt maar een klein deel uitein­delijk bij de helpdesk van safetyNed terecht, omdat niet iedereen bekend is met de organisatie en omdat misbruik van techniek nog steeds onvoldoende onderwerp van gesprek is in het hulpverlenerstraject.

Stalken

Ook Slachtofferhulp Nederland en advocaten gespecialiseerd in echtscheidingen, bevestigen dat ­digitaal huiselijk geweld een veelvoorkomend fenomeen is. “Ik vraag tegenwoordig vaak aan mijn cliënten of alle wachtwoorden al zijn aangepast”, zegt Geeske van Campen van Forward Advocaten. “Stiekem meelezen met e-mails van de ander of het misbruiken van de DigiD-­inlog om achter iemands rug om ­gezamenlijk gezag aan te vragen; het gebeurt.”

Lees het volledig artikel op Trouw.nl

Bron: www.trouw.nl